Meetellen en meedoen, ook als je leeft met dementie

Ervaringsverhaal

Cambuur. Dat is zijn club. Dus ook voor dit seizoen is er weer een seizoenkaart gekocht. Niet meer op de zevende rij, maar op de tweede.

“Dat lukt me nog net”, vertelt Frits van Zandbergen. Hij woont samen met zijn vrouw Wietske in Stiens. Dementie en de ziekte van Parkinson houden hem niet tegen om naar zijn geliefde voetbalclub te gaan.

Zo’n 15 jaar geleden kreeg Frits de diagnose Parkinson. Anderhalf jaar geleden kwam daar dementie bij. Dat was schrikken in het begin, maar Frits zit niet bij de pakken neer. “Al vijftien jaar lang begin ik de dag met een wandeling rond Stiens. Eerst ging ik de hele rondweg rond, nu ik met een rollator loop is het rondje korter. Sinds een tijdje ga ik één dag in de week naar de dagbesteding in Leeuwarden. Daar lees ik de andere deelnemers voor uit de krant én ik maak soep voor de lunch. Het liefst champignonsoep, dat vinden ze lekker. In de winter wil ik een keer snert maken. Ik ben niet verlegen, maar dacht eerst wel, waar ga ik nu naar toe. Dat gevoel was snel voorbij, binnenkort ga ik zelfs twee dagen per week naar de dagbesteding.”

Gelukkig veel aanloop
Door zijn ziektes is er voor Frits en Wietske wel het één en ander veranderd. Vakantie zien ze niet meer zitten en fietsen lukt ook niet meer. Frits valt snel. Ritjes in de auto doen ze nog wel. Wietske rijdt dan en ze brengt Frits ook altijd naar de wedstrijden van Cambuur. Hun wereld is kleiner geworden, maar gelukkig krijgen ze veel aanloop. Frits is goed op de hoogte van wat er in de wereld speelt en heeft genoeg stof om over te praten. Op de dagen dat hij naar de dagbesteding gaat, komt Wietske aan andere dingen toe. “Dan drink ik koffie bij mijn dochter en ik ga vaak even het dorp in. Het voelt fijn om even niet aan huis gebonden te zijn.”